Je bekijkt nu Suriname overweegt toetreding tot Vier Haagse Kinderbeschermende Verdragen

Suriname overweegt toetreding tot Vier Haagse Kinderbeschermende Verdragen

Op donderdag 28 februari 2024 heeft de Commissie van Rapporteurs van De Nationale Assemblee voor de tweede keer een cruciaal consultatiegesprek georganiseerd met de Jeugdraad Suriname, onder leiding van mevrouw Harriet Ramdien. Het onderwerp van het gesprek was de mogelijke toetreding van de Republiek Suriname tot de Vier Haagse Kinderbeschermende Verdragen. 

De Jeugdraad Suriname, vertegenwoordigd door voorzitter Rajeev Goerdin en leden Shemar Rier, Refaja Lindveld, Jeremiah Pinas en Shivaro Martodihardjo, nam actief deel aan het overleg. Deze vertegenwoordigers brachten verschillende perspectieven naar voren over de implicaties en voordelen van Suriname’s toetreding tot deze belangrijke internationale verdragen.

Daarnaast was het Nationaal Jeugd Instituut, onder leiding van waarnemend onderdirecteur Hakiem Lalmahomed, aanwezig om de Jeugdraad Suriname te ondersteunen. Het Instituut vervult een essentiële rol bij het faciliteren en bevorderen van jeugdparticipatie in Suriname, en de aanwezigheid ervan benadrukte het belang van deze kwestie voor de jeugd van het land.

De Vier Haagse Kinderbeschermende Verdragen zijn cruciaal voor de bescherming en het welzijn van kinderen op internationaal niveau. Door toe te treden tot deze verdragen, zou Suriname zich verbinden aan belangrijke normen en maatregelen om de rechten van kinderen te waarborgen en te bevorderen.

De discussies tijdens het consultatiegesprek waren levendig en constructief, waarbij verschillende standpunten werden besproken en overwogen. De betrokkenheid van de Jeugdraad Suriname en het Nationaal Jeugd Instituut benadrukte de toewijding van Suriname aan het welzijn en de bescherming van zijn jeugd.

Hoewel er nog verdere stappen en overwegingen nodig zijn voordat een definitieve beslissing wordt genomen, markeert dit consultatiegesprek een belangrijke stap in het proces van Suriname om zijn verplichtingen op het gebied van kinderbescherming op internationaal niveau te versterken en te verankeren.